Corsica: Bonifacio en de stranden in het zuiden

Het laatste deel van onze reis vorige zomer bracht ons naar het zuiden van Corsica. We bezochten er de prachtige stad Bonifacio en de stranden die tot de mooiste van de Middellandse zee zouden behoren.

We verbleven in de buurt van Porto-Vecchio, een stad die we uiteindelijk niet bezocht hebben. Dit deel van Corsica is helemaal anders dan wat we tot dan toe van het eiland gezien hadden. De wegen waren hier om te beginnen recht, terwijl we ondertussen al zo gewend waren aan de talrijke bochten in het binnenland en aan de westkust en hier zelfs de charme van waren gaan inzien. En nog erger, het was hier filerijden. File in de zin van een half uur aanschuiven aan een rood licht. Daarvoor waren we niet gekomen natuurlijk. Het werd dus een ware beproeving om uitstapjes te doen in deze regio.

De stranden

De stranden in het zuiden die je in alle reisgidsen terug vindt zijn onder andere Plage de Palombaggio, Plage Santa Giulia en Plage Rondinara. We bezochten uit dit rijtje enkel het eerste. Dit werd door UNESCO uitgeroepen tot één van de mooiste stranden ter wereld. Toegegeven, het is mooi met het witte zand en heldere water, maar er zijn redelijk wat downsides waarom we het niet aanbevelen (die waarschijnlijk ook gedeeltelijk aan onszelf liggen :-)):

  • bereikbaarheid: het strand is 1,5 kilometer lang. Er is één grote parking in het noorden, maar om één of andere reden zijn we daar niet geraakt (mogelijk file, ik weet het niet meer). We hebben ons uiteindelijk in de heuvels boven het strand geparkeerd, waar er ook al honderden auto's geparkeerd stonden in veel te smalle straatjes. Toen we na ons strandbezoek wilden vertrekken zijn we er bijna in een massa-opstopping terecht gekomen waarbij niemand nog weg geraakte. Bij deze een welgemeende dank u aan de koelbloedige kerel die de verkeersknoop wist te ontwarren. 
  • veel volk: dat was te denken aangezien het al zo moeilijk was om parking te vinden. We vonden nog wel een plek om onze handdoek te leggen, daar niet van. Maar door het vele volk oogde alles toch al direct wat minder paradijselijk.
  • weinig voorzieningen: op de plek waar wij zaten was er één strandbar, uiteraard volzet. Dat was alles.

We vonden wel een ander strand dat in onze ogen minstens even mooi was en alle bovenstaande nadelen niet had: Plage de Pinarellu. Vlot te bereiken voor ons, want we hadden de grote kustweg niet nodig om hier te geraken. Hier was ook wel veel volk, maar om één of andere reden voelde dat anders aan. Er waren ook een aantal strandbarretjes tussen de pijnbomen en je kon hier pedalo's huren. Kortom, een relaxte toffe plek.

Bonifacio

Een andere warm aanbevolen uitstap is die naar de middeleeuwse stad Bonifacio. Deze ligt op het meest zuidelijke punt van het eiland en is een must do tijdens een reis op Corsica. Deze stad werd opgetrokken op krijtrotsen die door de wind zijn uitgesleten wat er bijzonder indrukwekkend uitziet.

Wij lieten de wagen achter aan een parking net buiten de stad en namen een shuttle bus. Die zette ons af in de gezellige haven. Als je een volledig beeld wil krijgen van Bonifacio, kan je naast een wandeling door de stad ook een bootexcursie boeken in de haven. Wij boekten dit gewoon ter plaatse en konden vrij snel aan boord. We waren onder de indruk van de bedrijvigheid van de vele boten tussen de haven en de open zee. De excursie die we deden omvatte een bezoek aan een aantal kreken in de buurt (om eerlijk te zijn niet echt de moeite) en voer dan voorbij de oude stad en een aantal grotten om dan terug te keren naar de haven (wel de moeite). De boottocht duurt een uur. Ik vond het wel de moeite, maar sommigen vinden het nogal toeristisch en suggereren als alternatief een wandeling tot aan de vuurtoren. Zo ver wandelden wij niet. 

Terug in de haven bezochten we de snoepgrot. Wat een ontdekking. Zeker iets dat de kinderen zich nog lang zullen herinneren. Daarna bezochten we de oude binnenstad. Het is even klimmen tot aan de vestigingsmuur. In plaats van onmiddellijk de toegangspoort te nemen, kan je de tegenoverliggende heuvel even beklimmen vanwaar je een prachtig zicht hebt op de oude binnenstad.

De binnenstad betreedt je via de Porte de Gênes. Je komt vervolgens terecht in een supergezellige wirwar van straatjes en pleintjes. We wandelden tot aan de Escalier du Roi d’Aragon. Deze trap is uitgehouwen in de rots en dat zou gebeurd zijn om toegang te verschaffen tot drinkwater en tot een lager gelegen grot. We hadden de trap gezien vanop het water, maar zagen het niet zitten om deze naar beneden en terug omhoog te nemen. De treden zijn redelijk onregelmatig en met de hitte zou de terugtocht een pittige bedoening geworden zijn. Maar naar het schijnt zou het wel de moeite zijn. We lunchten in één van de verlaten steegjes, gingen zo ongeveer bij elk souvenirwinkeltje binnen, dronken nog een cocktail op een terras met de meest geweldige loungemuziek en aten nog een ijsje. Vakantiegevoel: check. Meer moet dat niet zijn.

Bye bye Corsica

En zo kwam er een einde aan onze rondreis door île de beauté. Voor ons is Corsica die naam wel waard met als absolute highlights de Calanches de Piana, het Scandola reservaat en Bonifacio. Maar ook de Gorges du Tavignano en wandeling met de pony naar Lac de Creno waren zeker de moeite. Als je tijd over hebt, kan de baai van Ajaccio er misschien ook nog bij of misschien kunnen stadjes die we niet bezochten zoals Calvi, Bastia of de regio Cap-Corse ook wel bekoren.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.